Beschrijving: Appenzeller Sennenhond

De Appenzeller Sennenhond is een middelgrote, krachtige en levendige Zwitserse berghond. Oorspronkelijk werd dit ras ingezet als veedrijver, waakhond en gezelschapshond op boerderijen in het Appenzell-gebied van Zwitserland. De Appenzeller valt op door zijn tricolore vacht – zwart of bruin met witte en roestkleurige aftekeningen – en zijn alerte, enthousiaste karakter. Deze honden staan bekend om hun intelligentie, werklust en energieniveau. Ze zijn loyaal aan hun gezin, waaks en leergierig, maar hebben een consequente opvoeding nodig. Dankzij hun vrolijke en sociale aard zijn ze goede familiehonden, mits ze voldoende beweging en uitdaging krijgen. De Appenzeller Sennenhond voelt zich het meest op zijn gemak bij een actief gezin of op een erf waar hij een taak krijgt. Door hun korte vacht is de verzorging eenvoudig, en hoewel ze wat waaks zijn, hebben ze in huis een aanhankelijke en vriendelijke houding.

Appenzeller Sennenhond

Appenzeller Sennenhond beoordelingen

Dagelijkse beweging
Vachtverzorging
Eerste eigenaar
Verharen
Blaffen
Kindvriendelijk
Gehoorzaamheid
Waakhond

Eigenschappen

De Appenzeller Sennenhond is een middelgrote hondenras dat oorspronkelijk afkomstig is uit het Appenzellerland in Zwitserland. Deze hond behoort tot de groep van de Zwitserse Sennenhonden en is opvallend door zijn energieke uitstraling, levendige karakter en karakteristieke driekleurige vacht.

De vacht van de Appenzeller Sennenhond is kort, dicht en glanzend met een harde structuur. De kleurstelling bestaat vrijwel altijd uit zwart of bruin met symmetrische witte en roestbruine aftekeningen. Dit zorgt ervoor dat deze honden een opvallend en herkenbaar uiterlijk hebben.

Qua grootte varieert de schofthoogte van 48 tot 58 centimeter, waarbij de honden een stevig, gespierd en goed geproportioneerd lichaam hebben. Dit maakt hen zeer geschikt als werkhond in de bergen; traditioneel werden ze onder andere gebruikt als veedrijvers, waakhonden en als gezelschap voor boerenfamilies.

De Appenzeller Sennenhond bezit een aanstekelijk enthousiasme en is bijzonder intelligent. Dit ras staat bekend om zijn leergierigheid en alertheid, waardoor hij uitstekend kan worden getraind voor verschillende taken, zoals gehoorzaamheid, behendigheid of speuren. Zijn energieniveau ligt hoog; dagelijkse fysieke en mentale uitdaging zijn noodzakelijk om gedragsproblemen te voorkomen. Gezinsleden die graag met hun hond werken of sporten zijn dan ook zeer geschikt voor deze actieve viervoeter.

Naast hun speelsheid en trainbaarheid zijn Appenzeller Sennenhonden waakzaam en loyaal tegenover hun familie. Ze kunnen wat terughoudend zijn ten opzichte van vreemden, iets wat samenhangt met hun instinct om het erf en het gezin te beschermen. Voor jonge kinderen zijn ze doorgaans vriendelijk, mits goed gesocialiseerd. De omgang met andere huisdieren verloopt vaak probleemloos als de socialisatie op jonge leeftijd plaatsvindt, maar de drang tot hoeden kan zich soms uiten in achtervolgingsgedrag.

De verzorging van de Appenzeller Sennenhond is betrekkelijk eenvoudig: de korte vacht behoeft slechts wekelijks borstelen. Het ras is over het algemeen gezond en kan bij goede zorg tussen de 12 en 14 jaar oud worden. Zoals bij veel grotere rassen is het wel verstandig alert te zijn op heup- en elleboogproblemen. Samenvattend is de Appenzeller Sennenhond een toegewijde, actieve en intelligente gezins- en werkhond, die floreert bij een sportieve, betrokken eigenaar.

Uiterlijk

De Appenzeller Sennenhond is een middelgrote hond die opvalt door zijn stevige en gespierde bouw. Het ras behoort tot de Zwitserse Sennenhonden, en vertoont het typische uiterlijk dat bij deze groep honden hoort. Het lichaam is bijna vierkant, wat betekent dat de schofthoogte nagenoeg gelijk is aan de romplengte. Dit zorgt ervoor dat de Appenzeller een krachtige en wendbare indruk maakt, en zich bijzonder goed kan bewegen in ruig bergachtig terrein.

De schofthoogte bij reuen varieert meestal tussen de 52 en 56 centimeter, terwijl teven iets kleiner zijn, met een schofthoogte van 50 tot 54 centimeter. Het gewicht varieert doorgaans tussen de 22 en 32 kilogram, afhankelijk van geslacht en individuele bouw.

Het meest kenmerkende aan de Appenzeller Sennenhond is zijn dichte, glanzende en middelmatig lange vacht. Deze is recht, goed aanliggend en voelt enigszins hard aan. De ondervacht is fijn tot matig grof en biedt goede bescherming tegen kou en vocht. De standaard kleur van de vacht is zwart of havannabruin, altijd gecombineerd met duidelijke, symmetrische roestbruine en witte aftekeningen. De typische aftekeningen bestaan uit roestbruine vlekken boven de ogen, op de wangen, de borst, de benen en onder de staart, terwijl witte aftekeningen voorkomen op de kop (een bles), borst (vaak als kruisvormig), voeten en het puntje van de staart.

De kop van de Appenzeller is krachtig maar niet grof, met een vlakke schedel en goed ontwikkelde kaken. De oren zijn driehoekig van vorm, matig groot en hangen dicht tegen het hoofd aan. De ogen zijn middelgroot, amandelvormig en donkerbruin van kleur, met een vrij levendige uitdrukking.

De staart is een opvallend kenmerk; deze is hoog aangezet, relatief dik en wordt in een krappe ringvorm over de rug gedragen tijdens het bewegen. Dit geeft de Appenzeller een levendig en alert uiterlijk.

Samenvattend is de Appenzeller Sennenhond een atleet met een robuust, harmonieus silhouet, heldere aftekeningen en een expressieve blik, typisch passend bij een hond die van oorsprong als waak- en drijfhond in de Alpen functioneerde.

Geschiedenis

De Appenzeller Sennenhond is een van de vier traditionele Zwitserse Sennenhondenrassen en heeft een rijke, eeuwenoude geschiedenis die nauw verweven is met de Zwitserse Alpenregio. Deze middelgrote, krachtige hond stamt oorspronkelijk uit het Appenzell-gebied in het oosten van Zwitserland, waar hij al sinds de 19e eeuw, en mogelijk zelfs daarvoor, werd gebruikt als boerderijhond.

De voornaamste taak van de Appenzeller Sennenhond was het hoeden en drijven van vee. Dankzij hun opmerkelijk uithoudingsvermogen, intelligentie en behendigheid konden ze de ruige en bergachtige terreinen van hun oorspronkelijke regio gemakkelijk aan. De naam 'Sennenhond' is afgeleid van de Zwitserse 'Sennen', een benaming voor de lokale alpine herders.

Naast het drijven en bewaken van het vee, werden deze honden gewaardeerd om hun rol als waakhond voor boerderijen en erf. Hun territoriale instincten en opmerkelijke argwaan tegenover vreemden maakten hen uitermate geschikt voor deze taak. Door hun trouw en beschermende aard werden ze snel geliefd bij de boerenfamilies.

De officiële erkenning als ras kwam in het begin van de 20e eeuw. Rond 1898 begon men in Appenzell met een stamboek voor deze honden om hun type en eigenschappen te bewaren. In 1906 werd de Appenzeller Sennenhond-club opgericht, waarna men zich nog doelgerichter op fok en behoud richtte. In 1914 stelde professor Albert Heim – een pionier op het gebied van Zwitserse hondenrassen – de eerste rasstandaard op.

Door de jaren heen werd de Appenzeller Sennenhond niet alleen populair buiten zijn oorspronkelijke regio, maar werd hij ook ingezet als sledehond, zoek- en reddingshond, en zelfs als gezelschapshond. Toch bleef zijn primaire taak die van een boerderij- en waakhond. De karakteristieke driekleurige vacht (zwart of bruin met wit en roestbruine aftekeningen) en de kenmerkende gekrulde staart zijn vandaag de dag nog steeds belangrijke raskenmerken.

Al met al is de Appenzeller Sennenhond een ras dat zijn oorsprong niet verloochent: een toegewijde, hardwerkende hond die generaties lang in de Zwitserse bergstreken zijn waarde heeft bewezen als onmisbare partner voor de mens.

Bekijk alle Appenzeller Sennenhond te koop

Grootte 48-58
Gewicht 22-32