Beschrijving: Dansk-Svensk Boerderijhond
De Dansk-Svensk Boerderijhond is een kleine, energieke en intelligente hond afkomstig uit Denemarken en Zweden. Deze vrolijke metgezel werd oorspronkelijk gefokt als boerderijhond, waar hij werd ingezet om ongedierte te bestrijden en het erf te bewaken. Tegenwoordig is het ras populair als gezinshond vanwege zijn vriendelijke karakter en aanpassingsvermogen. De Dansk-Svensk Boerderijhond is bekend om zijn alerte houding, speelsheid en sociale aard. Ze zijn zeer geschikt voor gezinnen met kinderen en kunnen goed overweg met andere huisdieren. Door hun intelligentie leren ze snel, maar ze hebben wel behoefte aan regelmatige beweging en mentale uitdaging. Hun korte vacht vraagt weinig onderhoud, waardoor ze ook geschikt zijn voor mensen die weinig ervaring hebben met hondenverzorging.
Dansk-Svensk Boerderijhond beoordelingen
Eigenschappen
De Dansk-Svensk Boerderijhond, ook bekend als de Deens-Zweedse Boerderijhond, is een bijzonder hondenras dat afkomstig is uit Denemarken en Zweden. Dit ras wordt van oudsher gebruikt als boerenhond, met een breed scala aan taken zoals het hoeden van vee, het bewaken van het erf en het vangen van ongedierte. Deze veelzijdige hond staat bekend om zijn compacte, vierkante bouw en energieke uitstraling. Het ras heeft een gladde, korte vacht die weinig onderhoud vereist, maar regelmatig borstelen wordt toch geadviseerd om de vacht in goede conditie te houden.
Het karakter van de Dansk-Svensk Boerderijhond is vriendelijk, intelligent en levendig. Het zijn uitstekende gezinshonden die goed overweg kunnen met kinderen en andere huisdieren, mits ze goed gesocialiseerd zijn. Het ras heeft een groot verlangen om bij het gezin betrokken te zijn en is buitengewoon loyaal. Ze zijn waakzaam van aard en blaffen vaak als er vreemde mensen het erf of huis naderen, wat hen tot goede waakhonden maakt.
De behoefte aan beweging bij de Dansk-Svensk Boerderijhond is tamelijk groot. Het zijn actieve honden die graag werken en wandelen. Tevens zijn ze geschikt voor hondensporten zoals behendigheid of flyball. Zonder voldoende uitdaging kunnen ze zich vervelen en ongewenst gedrag gaan vertonen, zoals slopen of overmatig blaffen.
Qua intelligentie scoort dit ras hoog; ze leren snel nieuwe commando’s en zijn enthousiast tijdens trainingssessies. Positieve, consequente begeleiding werkt het beste door hun gevoelige, maar leergierige aard. Over het algemeen zijn ze gezond, hoewel enkele erfelijke aandoeningen kunnen voorkomen, waaronder patella luxatie. Het is daarom belangrijk te kiezen voor een fokker die de gezondheid serieus neemt.
Kortom, de Dansk-Svensk Boerderijhond is een betrouwbare, speelse en toegewijde hond die het meest gelukkig is bij een actieve eigenaar of gezin die hem mentale en fysieke uitdagingen kan bieden, samen met de nodige genegenheid en aandacht.
Uiterlijk
De Dansk-Svensk Boerderijhond, ook wel bekend als Deense-Zweedse Boerderijhond, is een kleine tot middelgrote hondenras met een opvallend atletisch en harmonieus uiterlijk. Het ras valt direct op door zijn behendige en alerte uitstraling, wat kenmerkend is voor een werkhond die oorspronkelijk gefokt werd voor taken als het hoeden van vee en het bewaken van het erf. De lichaamsbouw is licht maar gespierd, waardoor de hond een grote wendbaarheid en uithoudingsvermogen bezit. Dit is essentieel voor zijn rol op de boerderij.
De vacht van de Dansk-Svensk Boerderijhond is kort, dicht en glad, waardoor deze weinig onderhoud vergt. Het ras heeft doorgaans een witte basiskleur met goed gedefinieerde kleurvlekken in zwart, bruin of geel, die zowel op het hoofd, de rug als de staart voorkomen. De kop is bijna driehoekig, met een matig brede schedel en een duidelijke stop. De oren zijn middelgroot en worden meestal halfhoog gedragen, waardoor ze een levendig en vriendelijk karakter benadrukken.
De expressieve, donkere ogen geven de hond een alerte en intelligente uitstraling. De snuit is matig lang, recht en eindigt in een zwarte neus. Het gebit is sterk met een schaargebit. De hals is relatief kort en sterk, wat bijdraagt aan het evenwichtige voorkomen van dit ras. De rug is recht, waarbij de borst goed ontwikkeld is, karakteristiek voor een actieve werkhond die uithoudingsvermogen nodig heeft.
De ledematen zijn recht en gespierd, met compacte, ronde voeten die stevig op de grond staan. De staart is van gemiddelde lengte, en kan zowel recht als licht gekruld gedragen worden. Soms wordt de staart van nature kort geboren, wat ook toegestaan is binnen de rasstandaard.
Over het geheel genomen straalt de Dansk-Svensk Boerderijhond vitaliteit en alertheid uit, gecombineerd met een vriendelijke uitstraling en een bescheiden formaat. De combinatie van zijn functionele bouw, opvallende vachtpatroon en heldere uitdrukking maakt dit ras aantrekkelijk voor zowel liefhebbers van werkhonden als gezelschapshonden.
Geschiedenis
De Dansk-Svensk Boerderijhond, in het Deens bekend als "Dansk-Svensk Gårdshund", is een relatief oud hondenras dat zijn oorsprong vindt in zowel Denemarken als Zuid-Zweden. De geschiedenis van dit ras gaat terug tot zeker de 18e eeuw, hoewel het ras pas in 1987 officieel werd erkend door de Scandinavische kennelclubs. De honden stonden gedurende vele generaties bekend als onmisbare hulpen op de boerderij, waar zij veelzijdige taken vervulden.
De Dansk-Svensk Boerderijhond werd traditioneel gefokt als werkhond voor het bewaken van het erf, het vangen van ratten en muizen, en soms ook voor het drijven van vee. Door zijn wendbaarheid, intelligentie en scherpe reukzin was de hond bijzonder geschikt als ongediertebestrijder. Zijn compacte formaat stelde hem in staat zich gemakkelijk te bewegen op erven en binnen stallen, terwijl zijn alerte karakter hem tot een uitstekende waakhond maakte.
Het ras werd vooral gevonden op boerderijen in Zuid-Zweden, met name in de regio Skåne, en in het nabijgelegen Denemarken. Gedurende honderden jaren werd de Boerderijhond zuiver gehouden binnen lokale populaties, waarbij selectie plaatsvond op basis van werkkwaliteiten en karakter, in plaats van op uiterlijk. Pas in de 20e eeuw werd er meer nadruk gelegd op de standaardisatie van het ras en het behouden van typische uiterlijke kenmerken.
De officiële erkenning kwam relatief laat. In 1987 werd het ras gezamenlijk erkend door de Zweedse Kennel Club en de Deense Kennel Club, waarna de FCI (Fédération Cynologique Internationale) volgde. Dit hielp de populariteit van het ras te vergroten, zowel binnen als buiten Scandinavië. De Dansk-Svensk Boerderijhond wordt nog steeds geprezen om zijn vriendelijkheid, veelzijdigheid en energieke aard.
Hoewel het aantal Dansk-Svensk Boerderijhonden wereldwijd beperkt is, wint het ras langzaam aan populariteit als gezelschapshond en sportieve partner. De inzetbaarheid en het sterke karakter van deze honden weerspiegelen hun rijke boerderijverleden en hun nauwe samenwerking met mensen door de eeuwen heen.