De Eurasier is een elegante, middelgrote hond die bekend staat om zijn evenwichtige karakter en vriendelijke uitstraling. Dit ras ontstond in Duitsland in de jaren zestig door het kruisen van Chow Chow, Wolfspitz en later Samojeed, met als doel een gezinshond te creëren die rustig, loyaal en sociaal is. De Eurasier is intelligent, aanhankelijk en gedraagt zich meestal gereserveerd tegenover vreemden, maar toont sterke genegenheid voor het eigen gezin. De vacht is dik en pluizig, verkrijgbaar in verschillende kleuren. Met hun zachte aard en kalme houding zijn Eurasiers ideale gezelschapshonden voor gezinnen met kinderen. Ze zijn niet overdreven actief, maar genieten wel van dagelijkse wandelingen. Hun vacht vraagt regelmatige verzorging, vooral tijdens de ruiperiode. De Eurasier blaft doorgaans niet veel, is redelijk gehoorzaam, maar heeft soms een eigenwijze kant.
De Eurasier is een middelgroot hondenras afkomstig uit Duitsland en is ontstaan uit kruisingen van de Chow Chow, de Wolfsspitz (Keeshond) en later de Samojeed. Dit ras werd ontwikkeld in de jaren zestig met als doel een evenwichtige gezinshond te creëren met het vriendelijke karakter van de Spitz-achtigen en het onafhankelijke doch loyale karakter van de Chow Chow.
De Eurasier staat bekend om zijn kalme, evenwichtige en toegewijde aard. Dit ras is bijzonder aanhankelijk naar zijn familie en heeft een sterke band met zijn eigen mensen. Eurasierhonden zijn doorgaans rustig binnenshuis en houden van gezelschap. Ze zijn vriendelijk en tolerant tegenover kinderen, waardoor ze zeer geschikt zijn voor gezinnen. Tegenover vreemden zijn ze meestal wat terughoudend, maar zelden agressief. Deze waakzaamheid maakt hen waakse, maar niet overmatig blafgrage huisgenoten. Eurasierhonden zijn intelligente dieren die graag samenwerken met hun baas, maar ze beschikken ook over een zekere onafhankelijkheid; dit betekent dat consequente, maar zachtaardige opvoeding essentieel is.
Qua uiterlijk hebben Eurasiers een pluizige vacht die kan variëren in veel verschillende kleuren, zoals zwart, rood, crème, wolfsgrauw en alle combinaties daarvan. De vacht vergt regelmatige verzorging, vooral tijdens de ruiperiode, om klitten en overmatig haarverlies te voorkomen. Hun expressieve ogen en rechtopstaande oren geven ze een alerte en vriendelijke uitdrukking.
Eurasierhonden zijn middelmatig actief; ze hebben dagelijks behoefte aan voldoende beweging in de vorm van wandelingen of speelsessies, maar ze zijn doorgaans geen hyperactieve honden. Dankzij hun gelijkmatige temperament zijn ze zowel geschikt voor actieve als iets rustigere huishoudens. Over het algemeen zijn Eurasiers gezond, hoewel ze gevoelig kunnen zijn voor bepaalde rasspecifieke aandoeningen zoals schildklieraandoeningen, patella luxatie en heupdysplasie.
Samenvattend is de Eurasier een loyale, harmonieuze gezelschapshond met een stabiel karakter, die perfect past bij gezinnen die tijd en aandacht kunnen besteden aan hun hond. Dankzij hun sociale en aanhankelijke karakter en hun mooie uiterlijk is de Eurasier een geliefd ras bij veel hondenliefhebbers.
De Eurasier is een middelgrote hond die vooral opvalt door zijn elegante, evenwichtige bouw en zijn opvallend dikke, zachte vacht. Dit ras straalt een zekere nobele waardigheid uit zonder overdreven of extreme kenmerken. Het lichaam van de Eurasier is licht langer dan hoog en is stevig gebouwd, maar nooit zwaar of grof. De rug is sterk, het borstgedeelte breed en goed ontwikkeld, en de buik is licht opgetrokken, wat het uiterlijk van kracht en wendbaarheid onderstreept.
Een van de opvallendste kenmerken is de dichte, halflange dubbele vacht. Deze bestaat uit een zachte, wollige ondervacht en een rechte, wat hardere bovenvacht. Hierdoor is de vacht bijzonder weerbestendig. De staart is sterk behaard en wordt meestal in een sierlijke boog over de rug gedragen. Rond de nek en schouders vormen zich vaak manen, vooral bij reuen, wat het dier een majestueuze uitstraling geeft.
De kop van de Eurasier is wigvormig, met een duidelijke maar niet te scherpe stop. De middelgrote ogen zijn ovaal en liggen iets schuin, wat zorgt voor een alerte maar vriendelijke uitdrukking. De kleur van de ogen varieert van donkerbruin tot lichter bruin, altijd passend bij de kleur van de vacht. De oren zijn rechtopstaand, driehoekig en staan ver uit elkaar, wat het intelligent en oplettend voorkomen versterkt.
Wat het kleurenspectrum betreft, komt de Eurasier in een grote variëteit aan kleuren voor, waaronder zwart, zwart met aftekeningen, rood, fawn, wolfsgrauw en veel tussenvormen of combinaties daarvan. Witte, leverschimmel of wit met vlekken zijn echter niet toegestaan volgens de rasstandaard.
De poten zijn recht en goed gespierd met compacte, ronde voeten. Het gangwerk van de Eurasier wordt gekenmerkt door vloeiende, ruime bewegingen, waarbij het dier zijn gracieuze bouw mooi toont. De algemene indruk van een Eurasier is die van een harmonieuze, krachtige hond met een zachte, intelligente blik en een prachtige, volle vacht die hem uitstekend beschermt tegen diverse weersomstandigheden.
De uitstraling en bouw van de Eurasier getuigen van een prima aanpassing aan zowel familie- als buitenleven, waarbij zijn uiterlijk elegantie en kracht perfect combineert.
De Eurasier is een relatief jong hondenras dat zijn oorsprong vindt in Duitsland, en werd officieel erkend in de jaren 1970. Het ontstaan van dit ras begon in het begin van de jaren zestig onder leiding van Julius Wipfel, een liefhebber en fokker uit Weinheim. Zijn doel was om een gezinshond te creëren die het rustige en onafhankelijke karakter van de Chow Chow zou combineren met de intelligentie en robuustheid van de Wolfsspitz (Keeshond).
Het eerste fokexperiment betrof het kruisen van een vrouwelijke Wolfsspitz met een mannelijke Chow Chow, waarna verdere samenstellingen plaatsvonden. Aanvankelijk werd deze nieuwe hond "Wolf-Chow" genoemd. Al snel merkte men dat de genetische basis nog te smal was en er werden Samojeden aan het fokprogramma toegevoegd. De toevoeging van de Samojeed bracht niet alleen meer genetische diversiteit, maar gaf het ras ook een vriendelijker karakter en een aantrekkelijk uiterlijk.
In 1973 werd het ras officieel erkend door de Duitse kennelclub (VDH) en in 1974 volgde erkenning door de FCI (Fédération Cynologique Internationale), de wereldwijde overkoepelende organisatie voor rashonden. Tegelijkertijd kreeg het ras de naam "Eurasier", een samenvoeging van Europa en Azië, als verwijzing naar de Aziatische Chow Chow en Samojeed en de Europese Wolfsspitz.
Het fokken van de Eurasier gebeurde met veel aandacht voor karakter, sociale vaardigheden en gezondheid. De fokkers besteedden zorg aan het selecteren van honden met een stabiel en zachtaardig temperament, zodat de Eurasier zeer geschikt werd als gezinshond en gezelschapshond. Het uiterlijk van de Eurasier toont invloeden van de drie rassen: een middelgroot formaat, een dikke dubbele vacht, opstaande oren, en een borstelige staart die over de rug gedragen wordt.
Door de strikte eisen heeft het ras weinig last van erfelijke aandoeningen en heeft het een harmonieuze en evenwichtige uitstraling gekregen. In Nederland en België is de Eurasier ondertussen steeds populairder geworden onder liefhebbers van bijzondere gezelschapshonden. De sociale, rustige en loyale aard maken het ras uitermate geschikt voor gezinnen, terwijl zijn waakzame, maar niet agressieve gedrag gewaardeerd wordt. Tot op de dag van vandaag is de Eurasier een bewijs van succesvol en doordacht fokken, waarbij welzijn en karakter voorop staan.