De Kromfohrländer is een middelgrote, zeldzame hondenras afkomstig uit Duitsland. Deze loyale gezelschapshond staat bekend om zijn vrolijke, aanhankelijke karakter en zijn sterke band met één specifiek persoon of gezin. Het ras ontstond na de Tweede Wereldoorlog en is oorspronkelijk gefokt als gezelschapshond, niet als werkhond, waardoor hij goed past in het dagelijkse gezinsleven. De vacht van de Kromfohrländer komt voor in zowel ruwharige als gladharige variëteiten, vaak wit met bruine aftekeningen. Hij is intelligent, leergierig en houdt van activiteiten zoals wandelingen en spelen, maar eist doorgaans geen buitensporige fysieke inspanning. De Kromfohrländer is doorgaans vriendelijk naar kinderen en andere huisdieren mits goed gesocialiseerd. Door zijn gevoeligheid en zachte aard is het belangrijk dat de opvoeding consequent maar liefdevol gebeurt. Dit ras blaft meestal niet overmatig, maar onthoudt zich ook niet van waarschuwingsblaffen als er onbekenden in de buurt zijn.
De Kromfohrländer is een relatief zeldzaam hondenras dat oorspronkelijk afkomstig is uit Duitsland. Het ras werd officieel erkend na de Tweede Wereldoorlog, waarbij de stammoeder een straathond was die werd gekruist met verschillende terriërs. Door deze kruising heeft de Kromfohrländer enkele unieke karakteristieken ontwikkeld. Fysiek gezien is deze hond middelgroot: reuen bereiken doorgaans een schofthoogte van 38 tot 46 centimeter, teven blijven vaak iets kleiner. Het gewicht varieert tussen de 9 en 16 kilogram, waardoor het ras compact en wendbaar is. De vacht komt in twee varianten voor: ruwhaar en gladharig, met een witte basiskleur en bruine tot tan-aftekeningen.
De Kromfohrländer staat bekend om zijn aanhankelijke karakter. Het ras vormt een sterke band met zijn familie en is meestal wat terughoudend naar vreemden. Daarom is vroege en consequente socialisatie erg belangrijk. Dit ras is intelligent, leert snel en heeft een sterke neiging om zijn eigenaar te plezieren. Hierdoor zijn ze goed te trainen, maar ze kunnen soms ook eigenwijs zijn. Qua temperament is de Kromfohrländer levendig, alert en soms waaks, wat hem tot een goede gezinshond maakt, mits hij voldoende aandacht en uitdaging krijgt.
Door zijn energieniveau heeft de Kromfohrländer dagelijkse beweging en mentale stimulatie nodig. Lange wandelingen, speurspelletjes of gehoorzaamheidsactiviteiten zijn ideaal. Binnen het gezin is de hond zeer geschikt, ook met kinderen mits hij hiermee is opgegroeid. Wel is het raadzaam om de interactie met jonge kinderen te begeleiden, aangezien de Kromfohrländer gevoelig kan zijn voor drukte.
Een belangrijk aspect bij dit ras is gezondheid. Over het algemeen is het een vrij gezond ras, maar men moet opletten voor erfelijke aandoeningen zoals epilepsie, patella luxatie en bepaalde huidproblemen. Kromfohrländers kunnen gemiddeld 12 tot 16 jaar oud worden. Hun verzorging is relatief makkelijk; regelmatig borstelen (met name de ruwharige variant) voorkomt klitten en houdt de vacht schoon.
Samenvattend: De Kromfohrländer is een loyale, intelligente en actieve hond die het beste tot zijn recht komt bij een toegewijde eigenaar die aandacht en structuur biedt. Het is een prima keuze voor actieve gezinnen die bewust kiezen voor een zeldzamer ras met een uniek karakter.
De Kromfohrländer is een middelgrote hond van Duitse oorsprong, en zijn verschijning weerspiegelt zowel zijn veelzijdigheid als gezelschapshond als zijn sportieve achtergrond. De Kromfohrländer heeft een alerte, harmonieuze en vriendelijke uitstraling. Het lichaam is iets langer dan hoog, met een goed uitgebalanceerd silhouet dat noch te grof, noch te rank oogt. Het hoofd is middelgroot en in verhouding met het lichaam, met een licht gewelfde schedel en een duidelijke stop (overgang tussen het voorhoofd en de snuit). De snuit is recht en van gemiddelde lengte, altijd goed gevuld en loopt licht spits toe naar de neus.
De ogen zijn middelgroot, ovaal van vorm en donkerbruin tot licht hazelnootbruin van kleur. De expressie is opmerkelijk levendig en vriendelijk. De oren van de Kromfohrländer zijn driehoekig, middelgroot en hoog aangezet, meestal hangend, maar kunnen bij opwinding half rechtop staan, wat bijdraagt aan de expressieve uitstraling van deze hond.
Er zijn twee vachttypen binnen het ras: de ruwharige en gladharige Kromfohrländer. De ruwharige heeft een draadharige, ruwe vacht met lichte baardvorming op de snuit, en de vacht voelt veerkrachtig aan. De gladharige variant heeft een zachte, aansluitende vacht zonder baard. Ongeacht het vachttype is de vacht altijd wit met aftekeningen in verschillende tinten bruin, variërend van lichtbruin tot roodbruin. De aftekeningen kunnen gevlekt of gespat zijn en komen vaak voor op het hoofd, de oren, op het lichaam en rond de staartbasis.
De staart is middelmatig lang, goed behaard en wordt in rust afhangend gedragen, maar bij opwinding vrolijk gebogen boven de rug. De benen zijn recht, stevig en goed gespierd, wat bijdraagt aan het energieke karakter van de hond. De voeten zijn compact en rond.
Al met al straalt de Kromfohrländer harmonie, alertheid en toegankelijkheid uit. Zijn bijzondere vacht en vriendelijke gezicht maken hem populair bij liefhebbers van zeldzamere hondenrassen. De verzorging van de vacht is afhankelijk van het type, maar beide varianten zijn relatief onderhoudsvriendelijk. Dankzij zijn bescheiden grootte (schouderhoogte tussen 38 en 46 cm) is de Kromfohrländer een geschikte hond voor verschillende leefomgevingen, van appartementen tot huizen met een tuin.
De Kromfohrländer is een relatief jong hondenras dat zijn oorsprong vindt in Duitsland, waar het zich in de periode net na de Tweede Wereldoorlog heeft ontwikkeld. Het ras ontstond min of meer toevallig in de regio Noordrijn-Westfalen, meer specifiek in het plaatsje Siegen. De naam 'Kromfohrländer' verwijst naar het dialectwoord voor een bepaalde bocht ('kromme voor') in een plaatselijke weg.
De stammoeder van het ras was een bastaardteefje genaamd ‘Fifi’, terwijl de stamvader waarschijnlijk een Grand Griffon Vendéen-reu was. Er wordt aangenomen dat Fifi een kruising was tussen een Foxterriër en een hondenras dat met Amerikaanse soldaten meegekomen was tijdens de oorlog. Door zijn speelse en betrouwbare karakter viel Fifi bijzonder goed in de smaak bij lokale boeren en burgers.
Het was Ilse Schleifenbaum die besloot om met deze honden gericht te gaan fokken. Haar doel was het creëren van een gezelschapshond die sociaal, trouw en levendig was, en niet veel jachtinstinct vertoonde. Door gericht te selecteren op karakter en uiterlijke eigenschappen, waaronder de kenmerkende baard en het zachte uiterlijk, werd een homogeen ras gevormd. In 1955 werd de Kromfohrländer officieel erkend door de Duitse kennelclub en in 1955 volgde internationale erkenning door de FCI (Fédération Cynologique Internationale).
De geschiedenis van deze hond is bijzonder, omdat het niet, zoals bij de meeste rassen, om een eeuwenlang gefokt ras gaat, maar een bewuste moderne schepping. De populatie is relatief klein gebleven en wordt met zorg beheerd om genetische diversiteit te bewaren. Tegenwoordig wordt de Kromfohrländer vooral gewaardeerd als gezelschapshond vanwege zijn vriendelijke aard en aanpasbaarheid aan het gezinsleven. Het ras komt buiten Duitsland nog relatief weinig voor.
Samengevat kan worden gesteld dat de Kromfohrländer een uniek stukje Duitse kynologie vertegenwoordigt, ontstaan uit toeval en zorgvuldige selectie, en zich vooral onderscheidt door zijn sociale karakter en zachtaardige temperament.