De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar, ook wel bekend als de Slovenský Hrubosrstý Stavač, is een veelzijdige en stoere jachthond afkomstig uit Slowakije. Dit ras staat bekend om zijn ruwharige vacht, die uitstekende bescherming biedt tijdens het werken in ruig terrein. Oorspronkelijk gefokt voor de jacht op zowel veerwild als klein wild, combineert deze hond intelligentie en uithoudingsvermogen met een vriendelijke aard. De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar is niet alleen een uitstekende werkhond, maar ook een loyale gezinshond mits hij voldoende beweging en mentale uitdaging krijgt. Ze zijn leergierig, aanhankelijk en doorgaans goed met kinderen en andere huisdieren. Vanwege zijn actieve aard past dit ras het beste bij een sportief gezin dat graag buiten is. Zijn verzorging is relatief eenvoudig door de ruwharige vacht, maar dagelijkse beweging is een must voor een gelukkige en gebalanceerde hond.
De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar, ook wel bekend als de Slovenský Hrubosrstý Stavač, is een veelzijdige en relatief zeldzame jachthond afkomstig uit Slowakije. Dit ras werd in de twintigste eeuw ontwikkeld, voornamelijk door het kruisen van Duitse Staande Drenten, Weimaraners en Cesky Fousek. Het doel was een robuuste, betrouwbare en aanpasbare staande hond te creëren, die geschikt is voor diverse jachtvormen, vooral in de ruige en uitgestrekte Slowaakse natuur.
Dit ras is middelgroot tot groot en valt op door zijn ruwe, waterafstotende vacht, die effectieve bescherming biedt tegen kou, water en doornen. De vacht is meestal grijs of grijs-wit, met een stevige ondervacht. De krachtig gebouwde hond straalt uithoudingsvermogen en vastberadenheid uit, wat belangrijk is tijdens een lange jachtdag.
Het karakter van de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar is vriendelijk, intelligent en energiek. Ze zijn toegewijd aan hun baas en staan bekend om hun gehoorzaamheid en werklust. Hierdoor zijn ze, naast hun rol als jachthond, ook geschikt als gezinshond, mits ze genoeg fysieke en mentale uitdaging krijgen. Ze kunnen goed overweg met kinderen en andere honden als ze goed gesocialiseerd zijn.
Qua temperament heeft de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar een evenwichtig karakter en is niet agressief of overdreven schuw. Wel kunnen ze afstandelijk zijn tegenover vreemden. Hun intelligentie en enthousiasme maken hen redelijk makkelijk te trainen, hoewel consequentie en positieve benadering belangrijk zijn.
De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar vereist veel beweging; lange wandelingen, hardlopen naast de fiets, zwemmen en speurwerk behoren tot hun favoriete activiteiten. Ze zijn ideaal voor actieve baasjes die graag tijd buiten doorbrengen. Het onderhoud van de vacht is relatief eenvoudig: regelmatig borstelen volstaat over het algemeen.
Fysiek zijn het sterke, gezonde honden met een gemiddelde levensverwachting van 12 tot 15 jaar. Zoals bij veel grotere rassen kunnen heupdysplasie en andere gewrichtsproblemen voorkomen, maar over het algemeen is het een robuust en vitaal ras. Door hun achtergrond als jachthond zijn ze gewend aan werken onder zware omstandigheden en beschikken ze over een uitstekend aanpassingsvermogen.
Al met al is de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar een loyale, veelzijdige en energieke metgezel, vooral voor actieve mensen die hun natuurlijke drang naar werk en beweging kunnen waarderen en stimuleren.
De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar, ook wel bekend als de Slovakische Ruwharige Staande Hond (Slovenský Hrubosrstý Stavač), is een elegante, middelgrote hond met een robuuste doch edele uitstraling. Dit ras heeft een evenredig lichaam dat kracht en uithoudingsvermogen uitstraalt, ideaal voor het werk in het veld.
Het meest onderscheidende kenmerk is de ruwe, dicht ingeplante vacht, die grof en recht is en ongeveer 4 tot 6 centimeter lang. Deze vacht biedt uitstekende bescherming tegen verschillende weersomstandigheden, wat essentieel is voor een werkende jachthond. Onder de dekvacht bevindt zich een dichte, korte ondervacht. De kleur varieert van grijs tot zilvergrijs, vaak met lichtere of witte aftekeningen op de borst en benen. Soms kunnen kleine witte vlekken op andere delen van het lichaam aanwezig zijn.
Het hoofd is droog, langwerpig en aristocratisch. De schedel is licht gewelfd en de stop is matig ontwikkeld. De ogen zijn amandelvormig, middelgroot en liggen diep; hun kleur varieert van licht tot donker amberkleurig, met een vriendelijke, intelligente uitdrukking. De oren zijn middelgroot, hoog aangezet en hangen dicht tegen het hoofd aan, met licht afgeronde uiteinden. De snuit is krachtig, met droge lippen en een rechte neusrug. De neus zelf is breed en donkergrijs.
Het lichaam van de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar is iets langer dan hoog, met een rechte, sterke rug en een licht gebogen lendenen. De borst is diep, reikt tot aan de ellebogen en is goed gewelfd, wat bijdraagt aan de fysieke kracht en het uithoudingsvermogen van het ras. De ledematen zijn recht, gespierd en stevig, waardoor de hond in staat is tot krachtige bewegingen en een vloeiende gang. De voeten zijn ovaal, goed gesloten, met harde voetzolen en donkere nagels.
De staart wordt meestal recht gedragen, op middelhoog niveau en kan gecoupeerd zijn in landen waar dit is toegestaan, maar vaak behouden ze hun natuurlijke, middelmatige lengte. Over het algemeen drukt de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar een stoere, maar vriendelijke uitstraling uit, waarbij zijn gehele exterieur perfect is aangepast voor het actieve buitenleven en het werk in de jacht.
De Slowaakse Staande Hond Ruwhaar, ook bekend als de Slovenský Hrubosrstý Stavač, is een relatief jonge jachthondenras afkomstig uit Slowakije. De ontwikkeling van dit ras begon in de jaren 50 van de 20e eeuw. De bedoeling was een veelzijdige jachthond te fokken die zich kon onderscheiden door zijn uithoudingsvermogen, intelligentie en ruwe vacht, geschikt voor het werken in moeilijk terrein en verschillende weersomstandigheden.
Het fokken van de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar werd geleid door Koloman Slimák, een bekende Slowaakse kynoloog. Hij wilde een hond creëren die niet alleen geschikt was voor het opsporen en apporteren van wild, maar ook robuust genoeg om te werken in de ruigere gebieden van Slowakije. Hiervoor werden Hongaarse Vizsla's (Draadhaar), Duitse Staande Honden (Draadhaar) en Weimaraners gekruist. Iedere van deze rassen droeg bepaalde gewenste eigenschappen bij tot het nieuwe ras, zoals de ruwe vacht, scherpzinnigheid, en jachtinstinct.
Tijdens het fokken werd er veel nadruk gelegd op het behouden van een goede balans tussen werkvermogen en een sociaal karakter, waardoor de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar niet enkel werd gewaardeerd als werkhond, maar ook als gezinshond kon functioneren. De eerste exemplaren die voldeden aan de rasstandaard verschenen in de jaren '60 en werden in 1982 officieel erkend door de Slowaakse kynologenfederatie.
In 1995 werd het ras voorlopig erkend door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) onder de naam 'Slovenský Hrubosrstý Stavač'. Pas in 2006 volgde de definitieve FCI-erkenning, waardoor het ras nu wereldwijd bekendheid en waardering geniet. Dankzij hun veelzijdigheid worden deze honden ingezet voor verschillende vormen van jacht, zoals het zoeken van veerwild, klein wild, en apport op land en in water.
De geschiedenis van de Slowaakse Staande Hond Ruwhaar is dus nauw verweven met de jachttradities uit Centraal-Europa. Hoewel hij buiten Slowakije nog relatief zeldzaam is, groeit zijn populariteit wereldwijd, mede door zijn rustige aard, werklust en het vermogen zich aan verschillende omstandigheden aan te passen.