Beschrijving: Tibetaanse Terrier
De Tibetaanse Terrier is een middelgrote hond afkomstig uit Tibet, waar hij oorspronkelijk werd gefokt als gezelschapshond en waakhond in kloosters. Ondanks zijn naam is de Tibetaanse Terrier geen echte terriër, maar behoort hij tot de rasgroep van gezelschapshonden. Deze honden zijn bekend om hun vriendelijke, speelse en intelligente karakter. Ze zijn vrolijk, aanhankelijk en trouw aan hun gezin, waardoor ze geschikt zijn als gezinshond. De Tibetaanse Terrier heeft een lange, dichte vacht die bescherming biedt tegen kou, en vereist regelmatige verzorging om klitten te voorkomen. Door hun energieke aard houden ze van dagelijkse beweging, zoals wandelingen of spelen in de tuin. Met zijn aanpassingsvermogen voelt de Tibetaanse Terrier zich op zijn gemak in de meeste woonomgevingen. Het is een gevoelige hond die graag betrokken wordt bij het gezinsleven en het prima kan vinden met kinderen en andere huisdieren.
Tibetaanse Terrier beoordelingen
Eigenschappen
De Tibetaanse Terrier is een unieke en eeuwenoude hondenras afkomstig uit het Tibetaanse hoogland, waar hij traditioneel werd gehouden door monniken en nomaden. Ondanks zijn naam is de Tibetaanse Terrier geen echte terriër; de benaming ontstond toen westerse reizigers het ras voor het eerst beschouwden vanwege zijn terriër-achtige uiterlijk. Deze middelgrote hond, met een gewicht variërend tussen 8 en 14 kilogram en een schofthoogte van 35 tot 41 centimeter, staat vooral bekend om zijn dichte, dubbele vacht die hem beschermt tegen de barre weersomstandigheden van het Himalayagebied.
De vacht van de Tibetaanse Terrier is lang, weelderig en recht of licht golvend, maar nooit wollig. Regelmatig borstelen is noodzakelijk om klitten en vuil te voorkomen. Het ras verhaart relatief weinig, wat hem ook geschikt maakt voor mensen met lichte allergieën. De Tibetaanse Terrier is bijzonder intelligent, alert en leert snel, waardoor hij zeer goed te trainen is. Omdat het een sociale en gevoelige hond is, reageert hij het beste op positieve opleidingstechnieken en is hij een uitstekende familiehond. Zijn oorspronkelijke taak bestond uit het bewaken van boerderijen en kuddes, waardoor hij van nature waaks en attent is. Hoewel hij niet agressief is, kan hij gereserveerd zijn tegenover vreemden, maar hij ontwikkelt altijd een sterke band met zijn eigen gezin.
Het ras is zeer actief, speels en heeft dagelijkse beweging nodig, maar is desondanks binnen het huis meestal rustig, mits hij voldoende wordt uitgedaagd. Tibetaanse Terriers blinken uit in diverse hondensporten zoals behendigheid, speuren en zelfs als therapiehond vanwege hun intelligente en zachtaardige karakter. Gezonder dan veel andere rassen, kunnen Tibetaanse Terriërs met de juiste zorg en voeding gemakkelijk 12 tot 15 jaar oud worden, hoewel ze gevoelig kunnen zijn voor enkele erfelijke oogaandoeningen en heupproblemen, waarvoor gerichte fokselectie wordt ingezet.
Kortom, de Tibetaanse Terrier is een loyale, aanhankelijke en veelzijdige hond met een aantrekkelijk uiterlijk en een warm karakter. Met voldoende aandacht, training en liefde vormt dit ras een geweldige aanvulling op gezinnen die bereid zijn te investeren in zijn verzorging en opvoeding.
Uiterlijk
De Tibetaanse Terriër is een middelgrote, opvallende hond met een unieke, krachtige verschijning die vaak meteen in het oog springt. Dit ras heeft een stevige, vierkante bouw: de hond is ongeveer even lang als hoog, wat hem een evenwichtig silhouet geeft. Een volwassen Tibetaanse Terriër bereikt doorgaans een schofthoogte tussen de 35 en 41 centimeter en weegt meestal tussen de 8 en 14 kilogram.
Het meest kenmerkende aan de Tibetaanse Terriër is zijn luxueuze, dubbele vacht. De bovenvacht is lang, recht of licht golvend, maar mag nooit zijdeachtig of krullend zijn. Deze bovenvacht is niet alleen decoratief maar biedt, samen met de dichte, zachte ondervacht, uitstekende bescherming tegen kou, wind en neerslag – een erfenis uit de ruige Himalaya. De vacht komt voor in een groot scala aan kleuren en kleurcombinaties. Wit, zwart, goud, crème, grijs, rook, en tricolor zijn allemaal toegestaan, met of zonder aftekeningen. De diversiteit aan vachtkleuren draagt bij aan de charme van dit ras.
Het hoofd van de Tibetaanse Terriër is opvallend, met een sterke schedel en een duidelijke stop. De ogen zijn groot, donkerbruin, rond en liggen iets uit elkaar. Hun uitdrukking is levendig en intelligent. De oren zijn V-vormig, hangen langs het hoofd en zijn bedekt met lang haar. De snuit is krachtig en niet te lang, en de neus is gewoonlijk zwart.
Nog zo’n opvallend kenmerk zijn de brede, platte voeten met goed ontwikkelde voetzolen en flink wat haar tussen de tenen. Deze bijzondere poten werkten voor de Tibetaanse Terriër als ‘sneeuwschoenen’, zodat hij zich makkelijk over besneeuwd terrein kon bewegen.
De staart is hoog aangezet en wordt vrolijk over de rug gedragen, dikbehaard met een volle pluim. De algemene indruk van de Tibetaanse Terriër is die van een robuuste, behendige hond met een vriendelijke uitdrukking en een uitstraling van elegantie en kracht. Zijn elegante vacht, compacte bouw en opvallende hoofd maken hem tot een ware verschijning, zowel in huis als tijdens wandelingen of tentoonstellingen.
Geschiedenis
De Tibetaanse Terriër is een oud hondenras dat oorspronkelijk afkomstig is uit het hoogland van Tibet. Dit ras, dat ondanks zijn naam geen echte terriër is, werd eeuwenlang gefokt door Tibetaanse monniken in de kloosters van de Himalaya. Al meer dan 2000 jaar bewaakten en waakten deze honden over de monniken en het kloosterleven. Ze fungeerden als gezelschapshond, alarmhond en soms zelfs als herdershond voor het vee en de kuddes van de monniken.
Het ras wordt in Tibet ook wel "de heilige hond van Tibet" genoemd. Volgens de legendes werden Tibetaanse Terriërs beschouwd als brengers van geluk en mochten ze daarom niet worden verkocht of verhandeld. In plaats daarvan werden ze enkel als geschenk gegeven aan gewaardeerde gasten of vrienden.
Door hun oorspronkelijke werk in de hoge bergen zijn Tibetaanse Terriërs ongekend behendig en beschikken ze over een dikke, dubbele vacht die hen beschermt tegen het extreme klimaat van de Himalaya. Hun brede, ronde voeten werken als natuurlijke sneeuwschoenen, waardoor ze zich gemakkelijk konden verplaatsen over rotsachtige en besneeuwde terreinen.
Het ras kwam voor het eerst naar Europa in de jaren 20 van de vorige eeuw, toen een Engelse arts, Dr. Agnes Greig, een Tibetaanse Terriër als dank kreeg nadat ze medische zorg had verleend in India. Zij begon met de fok in het Verenigd Koninkrijk en speelde een cruciale rol in het vestigen van het ras buiten Azië. Vanaf 1930 werd de Tibetaanse Terriër erkend door diverse kennelclubs.
Tot op de dag van vandaag blijft de Tibetaanse Terriër gewaardeerd om zijn vriendelijke karakter, intelligentie, en aanpassingsvermogen. Ondanks zijn naam is het geen terriër in de traditionele zin (zoals jachthonden op klein wild), maar een echte gezelschapshond met een unieke culturele en spirituele achtergrond. Het behoud van het ras wordt internationaal aangemoedigd om zowel het erfgoed als de typische eigenschappen te bewaren.